De microbiota-darm-hersen-as is een relatief nieuw onderzoeksgebied. Het meeste onderzoek is veelbelovend, maar vaak gaat het om preklinisch onderzoek, dat wil zeggen dat de onderzoeken uitgevoerd zijn bij muizen. Dit is nodig om de werkingsmechanismen beter te kunnen begrijpen. Langzaamaan wordt er echter ook steeds meer onderzoek gedaan bij mensen.
Alle sprekers waren het erover eens dat de microbiota-darm-hersen-as echt bestaat en dat deze van belang is voor onze mentale gezondheid. Met name de afferente nervus vagus (de tiende hersenzenuw die prikkels vanuit o.a. de darmen naar de hersenen stuurt) speelt hierbij een belangrijke rol. Via deze zenuw communiceren de darmen, o.a. dankzij metabolieten, met de hersenen. Dit bleek uit onderzoek bij muizen waarbij de nervus vagus werd doorgesneden, en door bacterieloze muizen te vergelijken met muizen die wel bacteriën herbergen. De Leidse onderzoeker Laura Steenbergen ontdekte ook dat de nervus vagus onder meer een rol speelt bij angst, depressie en stress, maar ook bij creatief denken .
Verschillende onderzoeken tonen dat de darmmicrobiota een rol speelt bij aandoeningen als de ziektes van Alzheimer en Parkinson, epilepsie, bipolaire stoornis, depressie, autisme en anorexia. Onderzoekers toonden tevens dat het darmmicrobioom beïnvloed kan worden door middel van een specifiek dieet, pre- en probiotica, antibiotica en fecestransplantatie. Zo kan een ketogeen dieet zorgen voor een toename de bacteriegroepen Akkermansia en Parabacteriodes . Deze kunnen op hun beurt zorgen voor een afname van de epileptische aanvallen met 50% tot zelfs 100% bij een deel van de patiënten met epilepsie.
De darmbacteriën spelen ook een rol bij autisme en bipolaire stoornis. Zo kan een antibioticakuur een manische periode uitlokken. Een klein placebogecontroleerd onderzoek toonde aan dat mensen die opgenomen zijn geweest met een manische periode minder kans lopen opnieuw opgenomen te worden indien zij probiotica gebruiken . Kinderen met autisme blijken een ander samengesteld darmmicrobioom te hebben dan kinderen zonder autisme . Ook hebben kinderen met autisme vaker last van maag-darmklachten en lijken probiotica deze te kunnen beïnvloeden. Een onderzoek bij 110 mensen met ernstige depressie liet zien dat suppletie met probiotica gedurende 8 weken kan leiden tot significante verbetering van de depressiescores ten opzichte van placebo . Suppletie met prebiotica leidde ook tot een verbetering, maar deze was niet significant.
Naast gepubliceerde onderzoeksresultaten was er ook aandacht voor lopende onderzoeken, zoals het Nederlandse BINGO-onderzoek . In dit onderzoek wordt onder meer gekeken in hoeverre stress bij de moeder (tijdens de zwangerschap) van invloed is op de gezondheid van het kind. Hierbij wordt o.a. gekeken naar de samenstelling van moedermelk en naar de darmbacteriën van zuigelingen.
Hoewel het darmmicrobioom bij veel hersenaandoeningen een rol lijkt te spelen, is niet duidelijk of een verandering in de samenstelling van het microbioom de oorzaak of een gevolg is van de aandoening. Daarnaast moet er bij het interpreteren en/of toepassen van de onderzoeksresultaten ook rekening gehouden worden met geslacht, aangezien het brein van vrouwen verschilt van dat van mannen. Tot slot werd tijdens het congres benadrukt dat samenwerking tussen neurowetenschappers en microbiologen van groot belang is, omdat beide expertises nodig zijn om de microbiota-darm-hersen-as verder te onderzoeken.