Professor Remco Kort heeft een missie: Hij wil de microben uit het verdomhoekje halen. Daarom schreef hij een boek over het belang van de micro-organismen in en om ons heen, De microbemens. No Guts No Glory sprak met hem over zijn boek, een bi-directionele aanpak van hygiëne en de gids Probiotica bij antibiotica waar hij aan meewerkt.
Wat onderscheidt uw boek van de andere boeken die al over microben en onze microbiota verschenen zijn?
Het unieke aan het boek is dat het per hoofdstuk een nieuw perspectief geeft op de relatie van de mens met de microben. Om bacteriën te begrijpen heb ik de mens als startpunt genomen en een vergelijking gemaakt. Bacteriën zijn in een aantal opzichten namelijk net mensen. Ze hebben dezelfde bouwstenen, ze zijn ook in staat tot het bouwen van steden, ze kunnen zwemmen, eten, voelen, hebben seks. Dus vanuit die gedachte wilde ik een soort introductie geven en vervolgens is er steeds een wisseling van perspectief, van de gastheer naar de slaaf, naar de meester. Het boek eindigt met de microbioloog, om de lezers mensen een inkijkje te geven in wat het nou precies betekent om onderzoek op dit gebied te doen. Mijn doel is dat mensen na het lezen van het boek niet meer bang zijn voor microben maar er met bewondering naar kijken.
In uw boek, De microbemens, zegt u dat mensen die in steden leven te weinig met bacteriën in aanraking komen. We zouden daarom bij wijze van spreken af en toe door de modder moeten rollen.
Het hygiëne-aspect uit het boek in ieder geval aangeslagen. Ik heb het ook wel sterk aangezet door te zeggen dat ik naar een binnenomgeving wil die net zoals buiten vergeven is van bacteriën. Ik wil duidelijk maken dat bacteriën helemaal niet gevaarlijk zijn. De ziekteverwekkers zijn juist de uitzondering. Maar tegenwoordig zijn we veel te schoon in de stedelijke leefomgeving. We zien dat er tal van auto-immuunziekten opkomen, waarbij heel duidelijk de correlatie gelegd kan worden met het gebrek aan blootstelling aan bacteriën. Dat is de bekende hygiëne-theorie, maar een betere term is blootstellings- of diversiteitstheorie - want met een goede hygiëne is niets mis. We zijn de blootstelling aan bacteriën op tal van manieren aan het terugdringen: bij de geboorte, uit de omgeving, in het eten en bij het bestrijden van bacteriële infectieziekten, maar er is een nieuw probleem aan het ontstaan: die opkomende auto-immuunziekten. Daarom ben ik ook bezig met het ontwikkelen van plannen om te kijken of we via Micropia iets kunnen doen met een nieuwe hygiënestrategie.
Er komen steeds meer schoonmaakmiddelen en verzorgingsproducten met goede bacteriën op de markt. Zijn die beter dan middelen die alleen bacteriën doden?
Je moet de mens en zijn omgeving bekijken als een ecosysteem. Eenzijdig inzetten op het vernietigen van micro-organismen die een probleem veroor- zaken blijkt niet effectief te zijn. Je moet juist zorgen voor herstel van de balans. Daar gaat het eigenlijk met hygiëne ook om. Veel mensen denken bij hygiëne aan ‘bacterievrij’, maar als je kijkt naar de definitie, dan gaat het om maatregelen die nodig zijn om ziekteverwekkers te verdringen. Waar ik een pleidooi voor wil houden, is dat juist het toevoegen van bacteriën onderdeel zou moeten worden van die hygiënestrategie. Die microbiologische of bacteriële reinigingsmiddelen kunnen nooit een vervanging worden voor desinfecteren, want bij desinfecteren inactiveer je heel effectief grote hoeveelheden organismen in korte tijd. Wat nodig is, is een zogenaamde bi-directionele hygiëne: dus eerst behandelen met een desinfecteermiddel en vervolgens bacteriën toevoegen om recontami- natie te voorkomen. Deze manier van denken vindt je ook terug bij bijvoorbeeld probiotica of poeptransplantaties. Je ziet hier hetzelfde principe terugkomen: Eerst pak je een probleem aan met antibiotica en ver- volgens kunnen probiotica zorgen dat terug- kerende infecties minder snel optreden.
In het boek geeft u aan dat u vindt dat de discussie over de voor- en nadelen van antibiotica veel te weinig gevoerd wordt. Hoe zouden we deze discussie op gang kunnen brengen?
In vergelijking tot de rest van Europa zijn we al heel voorzichtig met antibiotica. Voor de gids die we aan het maken zijn, heb ik me hierin verdiept:
Wie is Remco Kort?
Remco Kort (Rotterdam, 1970) studeerde in 1994 cum laude af in de Moleculaire Wetenschappen in Wageningen en promoveerde in de moleculaire microbiologie aan de Universiteit van Amsterdam. Hij werkt als microbioloog bij TNO. Hij is tevens als hoogleraar microbe-mens interacties verbonden aan de Vrije Universiteit Amsterdam en aan ARTIS-Micropia, het enige microbenmuseum in de wereld, dat hij sinds 2006 mede ontwikkelde. Op 27 oktober 2017 werd Remco Kort officieel aangesteld als Micropia-hoogleraar, waar hij o.a. college geeft over de relatie tussen mens en bacterie.
In zijn vrije tijd is hij actief als voorzitter van de stichting Yoba for Life, die hij in 2009 oprichtte.
Het breedspectrumantibioticum amoxicilline wordt hier het meest voorgeschreven, met bijna 2 miljoen doseringen per jaar! En dat is nou juist het antibioticum dat de meeste bijwerkingen geeft, en de meeste schade aan de microbiota. Kunnen we de diagnostiek niet wat verfijnder maken, zodat mensen zo snel mogelijk op een smalspectrum overgaan? Nou heb ik natuurlijk zelf geen medische achtergrond, dus ik weet ook niet precies wat dat voor de medische praktijk betekent, maar ik heb ook wel berichten gezien dat het soms makkelijker is om maar een breedspectrum voor te schrijven. Het blijven lastige discussies.
Maar ik denk wel dat je mensen goed moet informeren over de nadelige gevolgen en over de risico’s van bijvoorbeeld terugkerende infecties. En ik vraag me af of dat bij iedereen even goed op de radar staat. Vooral bij pasgeborenen, als de darmen net gekoloniseerd worden, moet je er heel voorzichtig mee omspringen. Op het moment dat je een acute infectie oploopt, dan is dat oorzakelijk verband met de ziekteverwekker heel helder.
Maar bij antibioticagebruik bij kinderen heb je het over aandoeningen die zich op de lange termijn ontwikkelen. Bovendien is een gezonde blootstelling aan micro-organismen in dit hele verhaal slechts één van de factoren die van belang zijn. Vaak is er ook sprake van predispositie voor een bepaalde ziekte. Dat maakt het verhaal veel lastiger. Maar steeds meer studies laten zien antibioticagebruik op heel jonge leeftijd een verhoogd risico geeft op auto-immuunziekten (waaronder astma, allergie, type 1 diabetes, multiple scleros) op latere leeftijd.
Er is nog altijd een grote groep zorgprofessionals, met name artsen, die niet goed op de hoogte zijn van de nadelige lange termijn effecten van antibiotica en de mogelijkheden om het risico hierop te verkleinen met probiotica.
Het is naar mijn idee een groot tekort in de opleidingen. Bij veel opleidingen is er sprake van een heel eenzijdige benadering van micro-organismen als ziekteverwekker. En daarnaast zijn artsen nog altijd huiverig voor probiotica vanwege die ene studie uit Utrecht. Die heeft een enorme impact gehad. Maar op het moment dat je hele generaties van artsen opleidt die bacteriën alleen maar zien als ziekteverwekkers, ja dan heeft dat ook zijn weerslag op hoe er tegen aan gekeken wordt. Je zou het van alle kanten moeten aanpakken. Daarom zet ik mij in de praktijk actief in om letterlijk bacteriën te verspreiden door een startercultuur die ik heb ontwikkeld. En deze ben ik op grote schaal aan het introduceren in Oost-Afrika.*
Hoe ziet u de toekomst? Denkt u dat er een grotere rol gaat komen voor microbiota-management?
Ik denk dat die rol steeds groter zal worden, omdat de problemen steeds groter worden. Poeptransplantatie is eigenlijk puur uit noodzaak geïnitieerd. Je ziet dat het een vorm is die in de huidige manier van denken, maar ook in de huidige wetgeving, ontoelaatbaar is. Maar om de eenvoudige reden dat er geen alternatief is, is men daarmee begonnen. En toen bleek het heel erg effectief te zijn. Maar je zou toch veel liever met gedefinieerde consortia van bacteriën willen werken. Naar mijn idee gaat er een vergelijkbaar principe op als je kijkt naar het probleem van ziekenhuisbacteriën. Daar zie je ook dat een strategie die eenzijdig gericht is op het terugdringen van bacteriën, in dit geval door desinfecteren, niet het enige antwoord is. Er moet een andere oplossing komen. Ik ben bijvoorbeeld in gesprek met een aantal hygiëne-experts voor ziekenhuizen en je ziet echt wel de bereidwilligheid. Het inzicht dat we hygiëne door een ecologische bril en met die bi-directionele benadering moeten bekijken, neemt toe. Dat vind ik wel mooi.
Wat ik dan heel jammer vindt is, dat als je dat zegt, je al snel wordt neergezet als iemand die iets doet dat levensgevaarlijk is. Maar het gaat erom dat je altijd zal moeten blijven desinfecteren, en dat je daarnaast een strategie gaat hanteren waarbij je ook micro-organismen toevoegt. Ik heb er echt alle vertrouwen in dat dat op een gegeven moment gaat gebeuren. Niet iedereen deelt mijn mening, maar dat verhaal is logisch. Onderzoeken laten ook zien dat je veel minder contaminaties hebt op het moment dat je werkt met formuleringen waaraan sporen van Bacillus zijn toegevoegd. Er is al een aantal bedrijven die reinigingsmiddelen op de markt brengen met sporen of mengsels van sporen van Bacillus en dat zal alleen maar zal toenemen. Maar je moet goed kijken welke formulering je waarvoor moet gebruiken, want mensen zijn heel snel geneigd te denken: Ik heb één bacterie en die gaat mij alle oplossingen bieden. Het is geen panacee.
Per geval moet je dingen beoordelen en ik denk dat het goed zou zijn als er steeds meer gedifferentieerd gaat worden. Dat je bepaalde stammen hebt die bewezen effectief zijn voor specifieke aandoeningen. Ik geloof niet in één wondermiddel. Hoewel er natuurlijk wel een aantal voorbeelden is als je het hebt over immuunstimulatie. Omdat die auto-immuunziekten allemaal gegroepeerd zijn, kan het zo zijn dat één bepaalde bacterie wel effect heeft op meerdere aandoeningen.
No Guts No Glory mag drie exemplaren van De microbemens weggeven.
Winnaars krijgen uiterlijk 30 januari 2018 bericht.
Meer informatie over het boek vindt u hier.