Slechts veertig procent van de patiënten met vergevorderde huidkanker (melanoom) reageert op immunotherapie. Omdat in eerder onderzoek was aangetoond dat de samenstelling van de darmmicrobiota de reactie van kankerpatiënten op immunotherapie (anti-PD-1) beïnvloedt, besloten oncologen van het UPMC Hillman Centre en het Amerikaanse National Cancer Institute te onderzoeken of verandering van de darmmicrobiota kan helpen de respons op immunotherapie bij een melanoom te verbeteren.
Voor dit onderzoek kregen vijftien patiënten met een vergevorderd melanoom, die eerder niet gereageerd hadden op immunotherapie, ontlasting getransplanteerd van patiënten die buitengewoon goed gereageerd hadden. Tegelijkertijd kregen ze opnieuw immunotherapie met het middel pembrolizumab, dat de lichaamseigen afweercellen helpt om de kankercellen beter te bestrijden.
Bij zes van de vijftien patiënten (40%) slonk de tumor of stabiliseerde de ziekte gedurende langere tijd (het melanoom werd niet groter). De fecestransplantatie in combinatie met de immunotherapie werd goed verdragen, op enige bijwerkingen van de pembrolizumab na. Volgens de onderzoekers was de kans dat de patiënten spontaan zouden reageren op deze tweede keer behandelen met anti-PD-1-immunotherapie erg laag. Daarom wijten zij het positieve effect volledig aan de fecestransplantatie.
Het team analyseerde vervolgens microbioommonsters van de 6 patiënten om te achterhalen waarom zij na de fecestransplantatie wel reageerden om de immunotherapie: zij bleken meer bacteriën te hebben die geassocieerd worden met activatie van T-cellen (cellen van het immuunsysteem) en met de respons op immuuncheckpointremmers, zoals pembrolizumab. Daarnaast werd er ook gekeken naar bepaalde biomarkers, zoals proteïnen en metabolieten. Daaruit bleek dat na de fecestransplantatie de niveaus van immuunsysteemmoleculen geassocieerd met resistentie tegen immunotherapie afnamen, terwijl de niveaus van biomarkers geassocieerd met een respons toenamen, waardoor hun immuunsysteem beter reageerde.
De onderzoekers verwachten dat vervolgstudies kunnen aantonen of het veranderen van het darmmicrobioom ook zinvol is bij andere vormen van kanker, en dat deze meer duidelijkheid zullen geven over welke bacteriënsoorten patiënten kunnen veranderen van non-responders in responders.