Zo’n 2 procent van ons lichaamsgewicht bestaat uit bacteriën. De meeste hiervan bevinden zich in de darmen, waar ze een belangrijke rol spelen bij onze gezondheid. Voordat er DNA-sequencing technieken beschikbaar waren, was het lastig om te achterhalen welke bacteriën zich in onze darmen bevinden. Veel darmbacteriën zijn namelijk anaeroob zijn (d.w.z. ze verdragen geen zuurstof), waardoor ze moeilijk in een laboratorium opgekweekt kunnen worden.
Met de komst van nieuwe technieken, zoals PCR en DNA-sequencing is het mogelijk geworden om bacteriën die niet overleven in een zuurstofrijke omgeving op te sporen. Bij deze technieken worden kleine hoeveelheden DNA vermenigvuldigd tot grotere hoeveelheden, zodat ze beter onderzocht kunnen worden. Hierdoor zijn de afgelopen decennia talloze nieuwe darmbacteriën ontdekt.
Europese onderzoekers publiceerden afgelopen januari een artikel in Nature waarin zij aangaven 1952 nieuwe darmbacteriën ontdekt te hebben, die nooit eerder in een lab zijn opgekweekt. Deze bacteriën zijn ontdekt dankzij het gebruik van metagenomics (de analyse van genetisch materiaal) en verschillende rekenmodellen. Dit soort onderzoek helpt om de menselijke darmen en hun bewoners beter te begrijpen, en dit zal wellicht bijdragen aan de ontwikkeling van betere behandelmogelijkheden voor diverse aandoeningen.