Mensen met prikkelbaredarmsyndroom hebben meer kans op mentale gezondheidsproblemen dan gezonde mensen. Dit houdt mogelijk verband met de communicatie tussen het centrale zenuwstelsel enerzijds en de darmen met hun zenuwstelsel anderzijds, ook wel de darm-hersen-as genoemd. Mentale stress kan leiden tot veranderingen in de darm-hersen-as en verschuivingen in de darmmicrobiota van mensen met PDS. Diverse onderzoeken hebben laten zien dat samenstelling van de darmmicrobiota van mensen met PDS lijkt op die van mensen met depressie.
Een tekort aan bepaalde neurotransmitters, zoals serotonine en noradrenaline, lijkt bij te dragen aan het ontstaan van mentale klachten. Serotonine wordt voor 90% geproduceerd in de darmen door verschillende darmbacteriën en speelt niet alleen belangrijke rol in de darm-hersen-as, maar ook bij het ontstaan van zowel mentale klachten als PDS. Ook noradrenaline lijkt deels in de darmen geproduceerd te worden. Veranderingen in de darmmicrobiota zouden de synthese, het vrijkomen en de opname van deze neurotransmitters kunnen beïnvloeden en zo de communicatie op de darm-hersen-as verstoren.
Om meer inzicht te krijgen in de relatie tussen de darmmicrobiota en de hoeveelheid neurotransmitters in het bloed bij PDS-patiënten, werden 40 mensen met PDS vergeleken met 20 gezonde mensen. De PDS-patiënten hadden op baseline significant hoger scores op angstigheid en depressie. Bloedonderzoek liet zien dat de PDS-patiënten bovendien lagere hoeveelheden serotonine en noradrenaline in het bloed hadden, hoewel dit niet significant lager was dan bij gezonde mensen.
Analyse van de darmmicrobiota van de twee groepen toonde dat bij de gezonde mensen andere bacteriegroepen dominant zijn dan bij de PDS-patiënten. Ook wat betreft de diversiteit en samenstelling verschilden beide groepen van elkaar: de microbiota van de PDS-patiënten bevatte veelal andere bacteriën dan die van de gezonde mensen en bleek bovendien diverser, dus met meer verschillende soorten bacteriën. Dat is opvallend, want de meeste onderzoeken laten juist een lagere diversiteit zien bij PDS.
Vervolgens werd gekeken naar de spiegels van bepaalde neurotransmitters in het bloed. De hoeveelheid serotonine en noradrenaline bleek in de PDS- groep lager te zijn dan bij de controlegroep, maar het verschil was niet significant. De lagere hoeveelheid serotonine leek geen verband te houden met de grotere diversiteit van de microbiota, de lagere hoeveelheid noradrenaline leek er juist wel verband mee te houden. Verder werd er een significant verband gevonden tussen de hoeveelheid neurotransmitterspiegels in het bloed en de aanwezigheid van bepaalde bacteriesoorten in de darmen bij de PDS-groep: zo bleek een hogere serotoninespiegel vaker voor te komen bij mensen die meer Proteobacteriën hadden. Lagere noradrenalinespiegels kwamen voor bij mensen met meer Firmicutes en hogere noradrenalinespiegels juist bij mensen met meer Bacteroidetes.
De darmmicrobiota van mensen met PDS en mentale gezondheidsklachten wijkt dus af van die van gezonde mensen. De hoeveelheid neurotransmitters in het bloed lijkt afhankelijk te zijn van de aanwezigheid van bepaalde bacteriën bij mensen met PDS. Dit kan erop wijzen dat de samenstelling van de microbiota in PDS van invloed is op de productie en aanwezigheid van neurotransmitters.