Tussen 2000 en 2015 is de wereldwijde antibioticaconsumptie gestegen met 65%.(1) In 2018 was de standaard dagelijkse dosering antibiotica in Nederland 10,05 per 1.000 inwoners. In verpleeghuizen ligt het gebruik van antibiotica meer dan vijf keer zo hoog.(2) Antibiotica is belangrijk in de bestrijding van infecties, maar het veroorzaakt ook verstoringen in de microbiota van de darmen. Dit kan op korte termijn leiden tot antibiotica-geassocieerde diarree (AAD). De microbiota van ouderen is minder divers dan van jong volwassenen, waardoor ouderen meer risico lopen op bijwerkingen van antibiotica. Verschillende studies tonen aan dat AAD voorkomen kan worden als probiotica naast de antibioticakuur wordt gegeven(3,4). Toch wordt probiotica in de praktijk nog niet veel gebruikt.
Inzicht in de kansen en obstakels bij de implementatie van probiotica tijdens antibioticagebruik in de ouderenzorg kan bijdragen aan het breder geaccepteerd krijgen van probiotica. Om dit in kaart te brengen, heeft Vera van Schie, MSc-student Management, Policy Analysis & Entrepreneurship in Health & Life Sciences aan de VU van Amsterdam, in de eerste helft van dit jaar een afstudeeropdracht uitgevoerd i.s.m. Winclove.
Voor het onderzoek zijn dertien stakeholders in de ouderenzorg geïnterviewd, waaronder artsen, diëtisten, verpleegkundigen en managers. Uit het onderzoek kwamen een aantal interessante bevindingen naar voren:
Naast het doen van meer klinisch onderzoek, is pragmatisch onderzoek ook belangrijk voor acceptatie van probiotica in de praktijk. Verderop in dit magazine kunt u de resultaten van een dergelijk pragmatisch onderzoek(5) lezen.